Over de maatschappelijke oriëntatie van een doopsgezinde boerenfamilie.
Hendrik Franses Pasma (1813-1890) was Statenlid, wethouder van Haskerland, spreker voor het Nut, diaken van de doopsgezinde gemeente en hield zich bezig met de verbetering van de kwaliteit van de landbouw. De kinderen van Hendrik Pasma en Fokje Jans Fokma (1814-1894) waren voornamelijk actief in de landbouw, en combineerden dat met een actieve maatschappelijke betrokkenheid. De oudste zoon Frans Hendriks Pasma werd landbouwvoorlichter op Kampereiland met een nieuw gebouwde proefboerderij. Het bijzondere is dat leden van de familie Pasma binnen twee of drie generaties de landbouwwereld achter zich zullen laten. Illustratief in die overgang is de doopsgezinde boerendochter Fokje Franses Pasma (1865-1956). Zij werd op vijftienjarige leeftijd, samen met haar twintigjarige broer Hendrik, boerin op de ouderlijke boerderij in Westermar onder Joure, maar in 1890 begon ze aan een opleiding tot vroedvrouw. In de lezing vertelt Bertus Mulder hoe een van oorsprong doopsgezinde boerenfamilie uit Friesland loskomt van de agrarische basis en uitwaaiert over Nederland en de rest van de wereld.
Programma:
14.00 Inloop met koffie en thee.
14.30 Lezing van Bertus Mulder.
15.15 Discussie en vragen.
15.30 Gelegenheid voor een hapje en drankje.
16.30 Sluiting.
De toegang voor deze lezing bij Tresoar is gratis. Graag vooraf aanmelden.